Mist

Wanneer iets zich maar vaak genoeg herhaalt, kan je het gerust een ritueel noemen. En ik hou van rituelen, alleen al daarom houdt niets mij tegen om in herhaling te vallen.
Zo word ik ook vandaag weer wakker met diezelfde verwachtingsvolle glimlach op mijn lippen die ergens tussen het moment van in slaap vallen en sluimerend ontwaken zijn weg terug heeft gevonden. Ik scan de ruimte af op zoek naar het geluid van het dekken van de tafel. Maar ik hoor het niet. Eigenlijk hoor je hier sowieso niets. Het is een aangename stilte die zeldzamer is dan het zich laat beschrijven. Ik kan de bordjes die afwisselen in kleur en dessin uittekenen op de grote houten tafel die al in de spotlights van de zon staat. 10 borden tel ik en evenveel kopjes. De vers geplukte bloemen op tafel kan ik al ruiken. Nog even en er zal tussen deze bloemen een prachtig geopende agapanthus de show stelen.
Tegen de tijd dat mijn ogen zich openen dringt het tot me door dat de beelden een samensmelting van droom, wens en herinnering zijn, maar tot het verleden behoren. Recent, en toch alweer ver weg. Voorbij en levendig tegelijk.
Daar waar ik toen vrolijk uit bed sprong om me over te geven aan de nieuwe dag, blijf ik nu liggen. Mijn lijf voelt zwaar en mijn zin nog in diepe slaap.
Mijn lief ziet de worsteling in mijn lege blik en vouwt zijn sterke armen om me heen. Hij mist het ook, maar is flexibeler in het zich aanpassen. Misschien heeft hij ook de luxe van tijd niet om er al te lang bij stil te staan.
“Ik wil terug”, zeg ik net niet snikkend in zijn armen.
“Ik weet het”, antwoordt hij zoals je een klein kind troost.
Maar ‘s avonds, wanneer zijn tijd langzamer loopt, zie ik ook zijn blik afdwalen. Ze volgen het glooien van de uitgestrekte heuvels en kronkelen net als de wegen door het landschap voor hem. “Als ik oud ben wil ik ook daar eindigen…”, fluistert hij.
‘Ik ben al oud’ gaat er door mijn gedachten. Het is meer nog de haast om terug te keren dan dat ik me werkelijk oud voel. Al ben ik dat natuurlijk wel. Oud. Ik wil niet klagen, want ik ben enthousiast aanhanger van het fine-aging principe. Toch vind ik het wel zuur dat het soms voelt alsof mijn lijf in standje menopauze staat terwijl ik vol overgave op play wil drukken.
Ik dwaal af van het onderwerp… en ook dat schrijf ik toe aan de zompige massa die ik ooit mijn meesterbrein noemde. De mist in mijn hoofd die zowel de concentratie als het geheugen belemmert, is een direct effect van de daling van oestrogeen en de schommeling van al die andere hormonen. Je ontkomt er niet aan als vrouw. Ontkennen heeft geen zin.
Maar wat wel zin heeft, is lief zijn voor jezelf en keuzes maken waar je blij van wordt.
Terwijl mijn hoofd nog niet helemaal terug is van vakantie, maakt mijn hart al stappen voor de volgende.
Aangezien ik al lang geleden heb besloten dat het niet de taak is van mijn hart om mijn hoofd te begrijpen, maar dat van mijn hoofd om mijn hart te volgen, troost ik me met de gedachte dat terugkeren gewoon een optie is.
Naar de vuurvliegjes, naar de oude school, naar het uitzicht, de dorpjes, het zwembad en het ontbijt met keramiek in blauw en warm grijs.
Terug naar dat gelukzalige gevoel zo dicht bij perfectie, dat het haast wel de hemel zelf moet zijn.
Dus ik schop mezelf onder mijn – steeds minder te missen – kont en schrijf vandaag nog die taalreis af die in mijn hoofd al vorm heeft, maar op het scherm slechts wat puntjes op de i mist.
Ga je mee?
Recente reacties